H. van Holten: Thuiskomst!

Wim vind het thuis niet plezierig. ZIjn broertje Richard is gehandicapt en krijgt altijd alle aandacht. Wim komt dan op de tweede plaats. Daarom zegt Wim in een boze bui tegen zijn vriend Geert dat het wel eens zin heeft om weg te lopen.
Wims boze bui is niet zo snel over als Geert gehoopt had. Als ze 's middags aan het voetballen zijn, geeft Wim de bal wel een heel harde trap. Maar de bal vliegt de verkeerde kant op. Hij gaat dwars door het raam heen waarachter Richard zat te kijken. De arme jongen zit onder de glasscherven en bloedt verschrikkelijk. Wim rent in wilde paniek de straat uit. Weg van dit vreselijke ongeluk. Als het donker wordt, is Wim nog steeds niet terug. Niemand weet waar hij kan zijn. En ook de volgende morgen is hij niet op komen dagen. Iedereen is vreselijk ongerust, maar dan krijgt Geert ineens een idee...