In deze herderspsalm wordt over allerlei beelden uit het herdersleven gesproken. Als geen ander kan David, de dichter van deze Psalm, ons vertellen over: grazige weiden, stille wateren, een stok en een staf en andere dingen die hij in zijn dagelijkse tochten met zijn kudde voor ogen had. Heel eenvoudig vergelijkt hij Gods kinderen met een kudde schapen die door de enige goede Herder, de Heere Jezus, geleid worden. 

 

Deel 1 van de fonteinserie 12+, eenvoudige Bijbeluitleg.

Ook geschikt voor gebruik bij huiscatechisatie.